Gras-klaver

Alle klaversoorten zijn eenjarige of vaste planten (overblijvend en kruidachtig) en behoren tot de familie van de vlinderbloemigen. Ze hebben drietallige bladeren met steunblaadjes aan de voet van de bladsteel. De bloemen zijn klein tot gemiddeld van grootte (3-25 mm lang) en staan vrijwel altijd in hoofdjes of aarvormige trossen, hoewel er soms heel weinig of zelfs maar één bloempje aanwezig is. De tweezijdig symmetrische bloemen hebben de typische bouw van de vlinderbloemfamilie met vijf vergroeide kelkblaadjes, vijf kroonblaadjes, tien meeldraden, waarvan er negen met elkaar over het grootste deel van de lengte met elkaar tot zijn vergroeid en de bovenste niet is vergroeid

De planten zijn in staat om stikstof uit de atmosfeer te binden door symbiotische bacteriën in hun wortels. Hierdoor kunnen klaversoorten als bodemverbeteraar fungeren. Ze kunnen per hectare 55–170 kg stikstof toevoegen aan de bodem en de beschikbaarheid van andere voedingsstoffen voor toekomstige oogsten verhogen.

De klaver word geteeld voor veevoer. Lokale veehouders nemen de klaver af en voeren het aan de beesten. De mest van de dieren word vervolgens weer teruggebracht op onze akkers.